Studentenarbeid: nieuwe fiscale regels en vrijgestelde inkomsten vanaf 2026

10 november 2025

Studentenjobs maken al jaren deel uit van het Belgische economische landschap. Veel jongeren combineren werk en studie om ervaring op te doen of hun studies te bekostigen. Maar deze inkomsten hebben ook een fiscale impact, vooral op het behoud van het statuut van ten laste zijnd kind voor hun ouders. Een nieuwe fiscale circulaire van 5 september 2025 verduidelijkt de verhoging van het basisbedrag van de inkomsten uit studentenarbeid die niet als netto-middelen worden beschouwd (artikel 143, 7° van het WIB 92).

1. Waarom deze wijziging?

Tot 2023 leidde studentenarbeid vaak tot fiscale onzekerheid. Een student die te veel werkte, kon ervoor zorgen dat de ouders het statuut “kind ten laste” verloren.
De wet van 22 december 2023 (B.S. 29 december 2023, 2e editie) verdubbelde het maximale bedrag van de netto-middelen voor de aanslagjaren 2024 en 2025, zodat studenten meer uren konden presteren zonder dat dit fiscale gevolgen had.

Het maximum werd vastgesteld op 3.300 € (geïndexeerd: 7.010 € voor aanslagjaar 2024 en 7.290 € voor 2025).

2. Terugkeer naar het vorige regime vanaf 2026

Vanaf aanslagjaar 2026 worden de oude plafonds van artikel 141 WIB 92 opnieuw van kracht.
Het tijdelijke voordeel verdwijnt dus, en ouders moeten opnieuw rekening houden met de inkomsten van hun kind.

3. Uitbreiding van uitgesloten inkomsten

De wet van 10 april 2025 (B.S. 8 mei 2025) verlengt het plafond van 650 uur studentenarbeid en verhoogt de vrijgestelde inkomensdrempel.

De eerste 3.000 € (geïndexeerd: 6.840 €) aan brutolonen worden niet meegerekend in de netto-middelen. Dit geldt voor:

studenten met een studentencontract;
vergoedingen uit verenigingswerk;
leerlingen in duaal leren;
zelfstandige studenten.

4. Praktische voorbeelden

Anne werkte bij twee werkgevers en verdiende 12.240 € bruto. Na toepassing van de uitsluiting en beroepskosten blijft een netto-bedrag van 4.320 €. Ze kan niet meer als ten laste worden beschouwd, maar betaalt geen belasting.

Jean, die een gewoon arbeidsovereenkomst had, verdiende 9.000 € bruto. Zijn netto-middelen bedragen 7.200 €, waardoor hij ook niet meer ten laste is, maar evenmin belast wordt.