Hervorming van de werkloosheidsuitkeringen: wat verandert er vanaf 2025

6 oktober 2025

De hervorming van de werkloosheidsuitkeringen, ingevoerd door de programmawet van 18 juli 2025 (B.S. 29 juli 2025), betekent een belangrijke ommezwaai in het Belgische tewerkstellingsbeleid. Met als doel een snellere terugkeer naar de arbeidsmarkt te stimuleren en een systeem dat soms als te rigide werd beschouwd te moderniseren, wijzigt deze hervorming grondig de duur, de toegangsvoorwaarden en de uitzonderingen verbonden aan de uitkeringen. De hervorming treedt geleidelijk in werking vanaf 1 juli 2025 en wordt volledig van kracht op 1 maart 2026. Ze roept al heel wat reacties op, zowel bij werkzoekenden als bij werkgevers en sociale actoren. Laten we samen de belangrijkste veranderingen overlopen.

1. Een duur die voortaan beperkt is

De kernmaatregel van deze hervorming is de tijdsbeperking van het recht op volledige werkloosheidsuitkeringen.

Werkzoekenden zullen maximaal 24 maanden uitkeringen kunnen ontvangen.
Voor jongeren wordt de periode van inschakelingsuitkeringen beperkt tot 12 maanden.

Tot nu toe behoorde België tot de weinige Europese landen waar het recht op werkloosheidsuitkeringen zonder strikte tijdsbeperking kon blijven bestaan (ook al bestonden er degressiviteiten). Het doel is duidelijk: stimuleren dat men opnieuw werk vindt vóór het recht uitgeput raakt.

2. Soepelere toegangsvoorwaarden

Om recht te hebben op uitkeringen, moet men voortaan 312 arbeidsdagen kunnen aantonen binnen de laatste 36 maanden. Deze soepelere voorwaarde vervangt de vroeger strengere regels en houdt beter rekening met discontinue loopbanen.

Een andere nieuwigheid is dat de referteperiode van 36 maanden verlengd kan worden in bepaalde situaties, zoals:

arbeidsongeschiktheid,
periodes van werk in het buitenland,
of andere wettelijk erkende redenen.

Dankzij deze flexibiliteit worden werknemers met een onderbroken loopbaan of onverwachte tegenslagen niet onnodig benadeeld.

3. Belangrijke uitzonderingen

Hoewel de algemene regel een beperking in de tijd is, voorziet de hervorming ook uitzonderingen om onrechtvaardige situaties te vermijden.

Werkzoekenden van 55 jaar of ouder, met een voldoende beroepsverleden, behouden een onbeperkt recht.
Daarnaast zullen werklozen die aan het einde van hun rechten komen, niet zonder middelen vallen: zij kunnen een leefloon ontvangen via het OCMW.

Deze aanpak wil de stimulans tot werkhervatting combineren met de bescherming van de meest kwetsbaren.

4. Hogere uitkeringen bij de start van de werkloosheid

De hervorming voorziet ook in een onmiddellijke ondersteuningsmaatregel: een verhoging van de minimumuitkeringen tijdens de eerste maanden van werkloosheid.

Concreet wil de regering zo vermijden dat men bij het verlies van een job te bruusk in armoede terechtkomt, terwijl er tegelijk een duidelijkere tijdsgrens wordt ingesteld.

5. Een geleidelijke uitvoering

1 juli 2025: inwerkingtreding van de overgangsbepalingen.
1 maart 2026: toepassing van de nieuwe regels voor alle werkzoekenden.

Deze overgangsperiode moet de administraties, de vakbonden en de OCMW’s de nodige tijd geven om hun werking aan te passen en de burgers correct te informeren.

Blijf niet in onzekerheid: informeer u vandaag nog om de veranderingen te anticiperen en uw professionele toekomst voor te bereiden.

📚 Bronnen

Programmawet van 18 juli 2025 (Belgisch Staatsblad 29 juli 2025)
Mededelingen van de FOD Sociale Zekerheid (2025)
Analyses van de Nationale Arbeidsraad (NAR) over de hervorming van de werkloosheidsuitkeringen (2025)